Uitleg over BTW berekenen
Hoe bereken je de verkoopprijs inclusief of exclusief btw? Examentrainer Sara legt het uit.
Wat is BTW?
BTW staat voor belasting toegevoegde waarde en is een belasting die wij als consument over al onze producten betalen. Deze belasting, die staat het bedrijf weer af aan de overheid. Als bedrijven zelf belasting betalen over producten, dan mogen ze deze belasting altijd weer terugvragen. Een ander woord voor BTW is omzetbelasting, dus als je dit ooit ziet staan dan weet je: dat is hetzelfde.
Welke verschillende percentages BTW zijn er?
BTW wordt betaald over alle producten en diensten die geleverd worden in Nederland. We hebben twee verschillende percentages die worden gehanteerd: het 6% percentage en het 21% percentage. Het 6% percentage gaat bijvoorbeeld over eten en culturele activiteiten, dus ook als jij naar de film gaat betaal je maar 6% BTW. 21% BTW betaal je eigenlijk over alle andere producten, dus bijvoorbeeld over auto’s, over verzekeringen en dat soort dingen.
Hoe bereken je de consumentenprijs?
Hier gaan we even met een voorbeeld rekenen, want je moet vaak rekenen met vragen over BTW. Zoals je ziet, hebben we hier een voorbeeld genomen waar een verkoopprijs van 460 wordt gebruikt. We gaan uit van een tv die is €460 is. Dit is 100% en dit is eigenlijk het bedrag waarvoor het bedrijf de tv zou willen verkopen, maar omdat je dus ook nog belasting moet betalen over deze tv gaat de consument niet die € 460 betalen maar meer. Hoe rekenen we nou uit hoeveel deze consument moet betalen? Het percentage wat we moeten betalen is 21%, dus die €460 die ga je delen door 100 en die vermenigvuldig je met 21%. Dan kom je op € 96,60.
(€460 )/100×21%=96,60
Dit is het bedrag wat de consument dus extra moet betalen, zodat het ook de BTW meeneemt in de prijs. Je hebt dus €460, wat de verkoopprijs van een product is. Dit is dus exclusief BTW en dit noemen we 100%. Plus die 21% BTW, dan komen we uit op €556,60. Dit is de verkoopprijs inclusief BTW en dit noemen we ook wel de consumentenprijs, dus voor dit bedrag gaat TV uiteindelijk verkocht worden. Dit mag de verkoper niet houden, want 21% moet die afstaan aan de overheid.
Hoe bereken je de verkoopprijs?
Er wordt ook vaak gevraagd: “Dit is je consumentenprijs. Wat is nu de verkoopprijs?” Daar worden vaak fouten mee gemaakt. Omdat je de consumentenprijs hebt, reken je niet meer met 100% maar reken je met 121%. Om er dus achter te komen wat de verkoopprijs is, moet je die consumentenprijs delen door 121% zodat je weer teruggaat naar die ene procent. Vervolgens vermenigvuldig je met die 100, zodat je weer op die €460 uitkomt.
556,60/(121%)×100=€460
Abonneer op ons YouTube kanaal voor meer video’s!
Nog meer video’s van onze trainers bekijken waarin ze je alles uitleggen over moeilijke vakken? Abonneer je dan op ons Lyceo YouTube kanaal!
Examentraining Economie volgen?
Met de examentraining economie van Lyceo bereid jij je optimaal voor op jouw (eind)examen. De examentrainingen van Lyceo zijn als enige in Nederland bewezen effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. De examentraining economie wordt gegeven door onze deskundige, enthousiaste en ervaren begeleiders. De houding en kennis van onze trainers worden door hun leerlingen met een gemiddeld cijfer van een 8,3 beoordeeld: een cijfer waar we trots op zijn.
Op de pagina Examentraining lees je meer over wat Examentraining bij Lyceo inhoudt.
Op de pagina Oefenexamens Economie kun je veel verschillende oefenexamens vinden.
Op de pagina Economie Tips & Tricks vind je allerlei tips die jouw helpen bij de voorbereiding op je examen
