Hoe maak je een goede planning?

Het maken van een planning is iets wat dagelijks terug komt in onze begeleiding. Als leerlingen eenmaal de kunst van het plannen onder de knie hebben, krijgen zij niet alleen hun schoolwerk op tijd af maar houden ze ook nog eens tijd over voor hun hobby’s!

1. Logboek bijhouden

Om erachter te komen hoe je je tijd beter in kunt delen moet je eerst in kaart brengen hoe je je tijd op dit moment spendeert. Houd daarom twee weken lang een logboek bij waarin je per dag precies noteert welke activiteiten je hebt uitgevoerd (denk aan sport, huiswerk, leren, lessen volgen, slapen, klusjes, etc.) en hoeveel tijd je hieraan kwijt was.

• Kies voor het bijhouden van het logboek twee normale weken waarin geen feestdagen of vakanties vallen.
• Verander niet meteen je manier van plannen, dat komt later.
• Door het bijhouden van een logboek ontdek je hoe je tijd effectiever kunt indelen. Zo ontdek je bijvoorbeeld dat je soms te lang achter elkaar voor een proefwerk leert en dat je beter een paar uur per dag in kunt plannen voor het leren.

2. Beginnen met plannen

Een goed de planning is niet te gedetailleerd maar ook niet te ruim. Wanneer je een hele gedetailleerde planning maakt, loop je namelijk het risico dat je teveel tijd steekt in het maken van je planning waardoor je te weinig tijd over hebt voor het echte werk. Wanneer je te weinig details noteert dan wordt je planning juist onoverzichtelijk en verdrink je in het werk.

3. Dagplanning of weekplanning?

Over het algemeen is het een goed idee om met een weekplan te werken. Om de eenvoudige reden dat een week een goed ritme is: vijf dagen werken en twee vrije dagen. Een weekplan geeft je ook meer flexibiliteit dan een dagplan en heeft meer ruimte voor inspanning en ontspanning. Een dagplan dwingt je tot zwaardere maatregelen: het afzeggen van afspraken omdat je het leren voor een proefwerk nu eenmaal op dinsdag had gepland terwijl het ook prima op donderdag had gekund.

4. Een planning maken

Formuleer alle doelen die je in een week wilt bereiken en vertaal deze naar concrete activiteiten. Wanneer een activiteit te groot is deel deze dan op in kleinere stukjes. Noteer in je planning de dagen waarop je proefwerken hebt of werkstukken in moet leveren. Noteer ook hoeveel tijd je nodig denkt te hebben voor het afronden van een activiteit. Wij raden leerlingen aan om 3 keer te leren voor een proefwerk. Wanneer je op vrijdag een proefwerk hebt waarvoor je 6 uur moet leren, plan je op dinsdag, woensdag en donderdag 2 uur in voor het leren.

Bij het maken van je planning is het belangrijk dat je alle activiteiten en afspraken in je agenda bijhoudt. Zet ook ergens in je agenda de doelen die je wil bereiken. Wanneer een activiteit, afspraak of verplichting geen bijdrage levert aan het behalen van je doelen, probeer deze dan af te zeggen of te verplaatsen.

Sommige activiteiten zijn tijdsgebonden, denk bijvoorbeeld aan een spreekbeurt op school. In het plannen van je vrije tijd heb je meer vrijheid. Afspraken met vrienden plan je in wanneer het jou het beste uitkomt, maar dan wel op een moment waarop het behalen van je andere doelen niet in gevaar komt.

Gebruik je weekplanning niet als een vast schema, maar als basis om stap voor stap te werken aan het bereiken van je doelen. Bekijk regelmatig of het nodig is om wijzigingen aan te brengen of afspraken te verzetten. Ook is het aan te raden om per dag een klein plannetje te maken, zodat je niet “zwemt” in een vaag doel voor die dag.
Bron: vaklokaal studiebegeleiding op digischool.nl