Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van waar je aanleg voor hebt. Over het algemeen worden natuurkunde en wiskunde beschouwd als de moeilijkste examenvakken, gevolgd door Nederlands, economie en geschiedenis.

Dit is de laatste editie van een examen volgens het oude examenprogramma, wanneer er een nieuw examenprogramma ingaat. Je maakt zo’n examen als je vorig jaar gezakt bent of vertraging hebt opgelopen in je opleiding.

Een gespreid examen houdt in dat de kandidaat een deel van het centraal- en/of schoolexamen voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt.

Ja, iedereen krijgt op hetzelfde moment hetzelfde examen. Dit is om fraude tegen te gaan.

Op onze website vind je heel veel tips om je te helpen bij de voorbereiding op de examens. Maar wat we je in ieder geval kunnen adviseren:

Tip 1: Maak een planning!

Zorg ervoor dat je alle stof hebt gelezen en hebt samengevat, zodat je die kennis kan gebruiken om heel veel oefenopgaven en oude examenopdrachten te maken. Oefening baart kunst! Je kunt onze gratis examenplanner downloaden om je hierbij te helpen.

Tip 2: Oefen met oude examens.

Door oude examens te maken, ben je beter voorbereid op wat er gaat komen en snap je hoe je een examen moet maken. Houd hierbij de tijd aan die je ook voor het echte examen hebt straks, oefen er in ieder geval twee per vak, en vraag om uitleg als je iets niet snapt.

Tip 3: Bekijk uitlegfilmpjes!

Ben je al bekend met ons YouTube-kanaal? Hier vind je korte filmpjes per onderwerp van alle examenvakken.

Tip 4: Werk per thema.

Alles in één keer in je hoofd krijgen is helaas onmogelijk. Verdeel de stof daarom in hapklare brokken, per thema. Zo houd je overzicht over de stof en kun je alles in stukjes leren. Onderdelen die je nog niet zo goed beheerst, herhaal je tot je het wel weet. Maak zelf samenvattingen van de stof of bestel een van onze samenvattingen.

Tip 5: Blijf niet in je eentje tobben.
Soms kom je er gewoon niet zelf uit. Dat ene vak waar je maar niet doorheen lijkt te komen, die som die je maar niet begrijpt. Probeer dan niet zelf het wiel opnieuw uit te vinden, maar vraag gewoon om hulp. Vraag een leraar om extra uitleg of vraag je ouders of je een examentraining of bijles mag volgen.

Tip 6: Zorg voor een ritme.

Sterker nog: probeer een vast ritme aan te houden. Dus niet de ene dag uitslapen tot de middag en de andere dag vroeg op en doorleren tot diep in de nacht. Daarvan raak je – letterlijk en figuurlijk- van slag en dat moet je nou juist niet hebben.

Tip 7: Chaos om je heen is chaos in je hoofd.

Pubers staan er over het algemeen niet om bekend dat ze graag hun kamer opruimen. Herkenbaar? Toch kan het je helpen als je omgeving een beetje troep-vrij is. Als je niks kan vinden en steeds (letterlijk) bergen moet verplaatsen om je spullen bij elkaar te zoeken, is dat niet heel bevorderlijk voor de concentratie. Zorg desnoods alleen dat je bureau op orde is en al je schoolspullen liggen waar je ze kunt vinden. Je zult zien dat het scheelt!

Tip 8: Verwen jezelf!

Als je examen moet doen, heb je het natuurlijk best heel erg zwaar ;). Verwen jezelf daarom tussendoor eens extra. Ga lekker in bad, maak iets lekkers (en gezonds) voor jezelf of kijk een aflevering van je favoriete serie. Daarna kun je er weer helemaal tegen en gaat het leren een stuk makkelijker.

Ja, in principe kan iedereen wiskunde leren. Het verschilt alleen per persoon hoeveel tijd en moeite het je kost om de stof daadwerkelijk te begrijpen.

Wij kunnen je natuurlijk geen garantie op een goed cijfer voor wiskunde geven. Maar dingen die de kans vergroten zijn: goed opletten tijdens de les (hier leer je namelijk het meest), aantekeningen maken van de leerstof, je huiswerk maken en oefenen met de opdrachten en vragen stellen aan je docent als je iets niet begrijpt.

Het is belangrijk om goed op te letten tijdens de les en jezelf steeds af te vragen of je begrijpt wat er uitgelegd wordt. Steek je hand op als je het niet begrijpt.

Er zijn dan twee opties: een herkansing maken indien je de mogelijkheid hebt daarmee alsnog te slagen, of je examenjaar opnieuw doen. In beide gevallen is het aan te raden om je examen in te kijken om te zien welke fouten je hebt gemaakt, zodat je de volgende keer beter voorbereid bent.

Voor het vmbo duren examens 2 tot 2,5 uur, voor havo en vwo duren de examens tussen de 2,5 en 3 uur. Als je extra tijd hebt door dyslexie of dyscalculie mag je nog wat langer door.

Je bent van tevoren aanwezig op de plek waar je je examen moet maken, zodat je je benodigde spullen kunt neerleggen en je werkplek dus een beetje kunt voorbereiden. Vervolgens worden de examens uitgedeeld en heb je tot het einde van het examen om de vragen te beantwoorden.

Hier is geen vastgesteld maximum voor. In de praktijk heb je één à twee examens per dag, met af en toe een dag zonder examens ertussen.

De examens worden opgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE).

Een centraal examen wordt al twee jaar voor de afname ervan opgesteld.

’s Ochtends of ’s middags, vaak om 09.00 uur of 13.00 uur.

Als je twee keer achter elkaar gezakt bent voor je eindexamen, beslist je school over wat er gaat gebeuren. Misschien is een overstap naar een andere school toch beter, maar je bent niet verplicht om over te stappen.